Ze liep langzaam de spreekkamer binnen, haar ogen schoten onzeker heen en weer. Haar man, een stevige arm waar ze zich aan kon vasthouden, hield haar dicht tegen zich aan.
Ze was stil, bijna onzichtbaar. Maar ik voelde haar pijn, alsof ze die met haar hele wezen de kamer in droeg.
Een paar dagen eerder had ik een handgeschreven brief mogen ontvangen. Van haar man. “Mijn vrouw is analfabeet,” schreef hij, “maar ik vraag u vriendelijk om dit niet te benoemen tijdens uw gesprek met haar. Ze schaamt zich zo. Ik wil alleen dat u het weet.”
Zijn woorden raakten me diep. Tussen de geschreven regels door voelde ik een immense liefde, maar ook een zware last. Een leven lang proberen te verbergen wat je niet kunt. Een leven waarin je steeds weer op je tenen loopt, bang om ontmaskerd te worden.
Mevrouw kwam vanwege ernstige tinnitusklachten. Oorsuizen dat haar, zoals ze zelf omschreef, “tot waanzin” dreef. Ze sliep slecht, was voortdurend gespannen en voelde zich steeds verder van zichzelf verwijderd. Tijdens het gesprek pakte haar man haar hand en keek haar geruststellend aan, alsof hij haar de moed gaf om hier te zijn.
Ik pakte een vel papier en begon een glas te tekenen, zoals ik dat zo vaak doe. Het “glas van levensacceptatie”, een metafoor die ik gebruik om uit te leggen hoe stress en emoties ons brein beïnvloeden. Ik vulde het glas met voorbeelden uit het leven: lichamelijke pijn, angsten, spanningen, verdriet. Maar ook zaken die ons aan het hart gaan, waar we ons zorgen over maken. Het glas gevuld tot het overstroomde. “De tinnitus,” legde ik uit, “is vaak de laatste druppel, maar niet de oorzaak.”
Ik zag hoe mijn uitleg hen raakte. Haar man knikte zachtjes, haar blik vulde zich met tranen. “Het is niet de tinnitus alleen,” fluisterde ze schor. Haar man kneep zacht in haar hand. “Het is… alles.”
Wat volgde was een intiem gesprek waarin ze voorzichtig de sluier van haar schaamte oplichtte. Ze vertelde over de dagelijkse worsteling: de angst voor post die ze niet kon lezen, formulieren die ze niet begreep, kleinkinderen die vroegen om te appen. Ze vertelde over een leven waarin het onvermogen om te lezen en schrijven een schaduw wierp op alles wat ze deed.
“Maar het is niet alleen een last voor mij,” zei ze uiteindelijk. “Het voelt alsof ik faal naar iedereen om me heen. Ik wil het niet zien in de ogen van mijn kleinkinderen.”
Ik zweeg even en keek naar haar man. “Mag ik iets zeggen?” vroeg ik zacht. Hij knikte.
Ik vertelde over wat ik de afgelopen jaren heb geleerd: hoe het bespreekbaar maken van laaggeletterdheid niet alleen rust kan brengen, maar ook liefde kan verdiepen. Dat kleinkinderen, kinderen en zelfs vrienden vaak begripvoller zijn dan we ons kunnen voorstellen.
“Uw kleinkinderen leven in een wereld vol technologie,” zei ik. “Ze gebruiken tablets, spelletjes en apps die taal op een speelse manier integreren. Misschien kunnen zij u dingen leren, terwijl u hen laat zien dat het oké is om te leren op je eigen tempo. Hoe mooi zou het zijn als dit geen geheim meer hoeft te zijn, maar juist een kans om samen plezier te hebben?”
Ik zag een lichte glimlach verschijnen. Haar man vulde aan: “Ze vinden het vast fantastisch om oma iets te leren. Ze zijn zo slim.”
De schaamte die jarenlang als een muur om hen heen stond, begon te barsten. Het leek alsof mijn woorden een kiertje openzetten voor iets nieuws. Hoop.
Ik legde uit dat hulp vragen geen teken van zwakte is, maar van kracht. Dat de stap naar eerlijkheid vaak de grootste is, maar ook de bevrijdendste. En dat wat zij als een gebrek ziet, niets verandert aan de liefde die mensen voor haar voelen. Integendeel, het maakt haar menselijker en meer verbonden met de mensen om haar heen.
Bij het afscheid stond ze even stil bij de deur. “Misschien,” zei ze aarzelend, “durf ik het straks aan mijn kleinkinderen te vertellen.” Haar man glimlachte en knikte goedkeurend.
Haar dankbaarheid voelde bijna tastbaar toen ze me een knuffel gaf. “Dank u dat u naar ons heeft geluisterd,” zei ze. Maar het was zij en haar man die mij een les leerde. Over moed, kwetsbaarheid en de kracht van liefde die groter is dan welk tekort ook.
Horen is zoveel meer dan enkel de oren. Het is begrijpen, voelen, en ruimte maken voor verhalen die vaak onuitgesproken blijven. Want soms is dat wat je deelt, de grootste opluchting van allemaal.
Laaggeletterdheid raakt niet alleen de persoon, maar hele families. Door het bespreekbaar te maken en openheid te tonen, kunnen schaamte en geheimen plaatsmaken voor verbondenheid en nieuwe mogelijkheden.
Comments